Nawoord

Lexiconvermeldingen

Théophile wordt vermeld in de Lexicon 1750-1950 Nederlandse Beeldende kunstenaars van Pieter A. Scheen onder de naam Théophile en Suijkerbuijk Théophile.

Ook is Théophile te vinden in de "Lexicon of Foreign Artists who visualised Indonesia" (1600-1950).
Archipelago Press 1995 isbn 981-3018-07-0 Leo Haks and sons Maris 1995 antice print of Editions Millet, 26 Buket Pasok Road, Singapore 0208.

Nawoord

Men zou dit relaas kunnen besluiten met de opmerking dat het niet de bedoeling is geweest een samenhangend verhaal te schrijven. Een verhaal waaruit zou moeten blijken, hoe Théophile tevoorschijn zou moeten komen met duidelijk herkenbare contouren. Het is meer het noteren van situaties en gebeurtenissen, die de raakpunten zouden kunnen zijn van vele van zijn beweegredenen. Het aanstippen van acties en reacties, gelijkertijd een spoor achterlatend van tekeningen en schilderijen, die hiermede zin zouden kunnen geven aan zijn gang door het leven.

Wat typeert hem? Théophile heeft zich nooit vastgepind aan enige stijl. Het leven en het wereldbeeld verandert en ook de beleving daarvan. Dat uit zich in de eigen voorstelling van het tijdsbeeld, dat ook altijd aan verandering onderhevig is. De Belgische kunstenaar Jan Cox zei het al: "Schilderen is een gevecht voor vrijheid". Deze vrijheid is het kenmerk dat als een rode draad door al zijn werk loopt en latent aanwezig is. Dit is ook de reden dat zijn werk zich soms in diverse richtingen beweegt.

De aandachtige kijker zal de verbanden kunnen zien die in het hele oeuvre liggen opgesloten: De fundamentele wens zichzelf te zijn.